Samenwerken tussen cliëntenraden en UWV

‘Ik heb echt het gevoel dat onze waarde wordt gezien’

11 jaar geleden begon Gabriella Choma als raadslid bij cliëntenraad Groot-Amsterdam. Inmiddels is ze, na een korte pauze, alweer 5 jaar raadslid bij de Centrale Cliëntenraad. Waar Gabriella begon in een tijd dat UWV door bezuinigingen strak op de uitvoering zat, ziet ze de laatste jaren een UWV dat steeds meer oog heeft voor de cliënt. Daardoor krijgt de organisatie ook meer aandacht voor het werk van de cliëntenraden. En er is nog een ontwikkeling waar ze heel blij van wordt: de samenwerking tussen de centrale en decentrale cliëntenraadsleden in de werkgroepen.

‘Ik hoorde laatst een verhaal van een UWV-medewerker’, begint Gabriella te vertellen. Er was iets misgegaan met het doorgeven van de inkomsten van een cliënt en de eerste vraag van de medewerker was: ‘Is de cliënt in paniek?’ Een voorbeeld dat volgens Gabriella laat zien hoe UWV de laatste jaren steeds meer aandacht krijgt voor de cliënt als persoon. Ook wel de menselijke maat genoemd.

Beter op het netvlies

Door die toenemende aandacht voor wat de cliënt nodig heeft, is er vanuit UWV ook meer aandacht gekomen voor de stem van de cliëntenraden. Een mooi voorbeeld? ‘Vanaf 2021 stuurt UWV jaarlijks een knelpuntenbrief richting het ministerie. Daarin geeft de organisatie punten aan waarop wet- en regelgeving de uitvoering van het werk in de weg zit. Toen UWV dit voor de eerste keer deed, werden wij wel betrokken, maar pas in de laatste fase. In 2022 is de brief voor de tweede keer verstuurd en werden we veel eerder betrokken. Hieraan zie je dat onze stem in de organisatie veel beter wordt meegenomen en we beter op hun netvlies staan.’

‘Je ziet dat onze stem in de organisatie veel beter wordt meegenomen en we beter op hun netvlies staan’

Ervaringsdeskundigheid

En ook op andere vlakken ziet Gabriella dat binnen UWV het geluid van de cliënten en daarmee de cliëntenraden meer de ruimte krijgt. Bijvoorbeeld als het gaat om ervaringsdeskundigheid. Een relevant thema in de ogen van Gabriella: ‘Het is het belangrijk dat UWV beseft dat er altijd sprake is van een afhankelijkheidsrelatie in het contact dat UWV heeft met cliënten. De cliënt is afhankelijk van UWV en staat niet op gelijke voet. Cliëntenraadsleden hebben die ervaring. Het zou mooi zijn als UWV deze ervaringskennis gebruikt in hun organisatie door leden daarvoor in dienst te nemen.’

‘Ik heb echt het gevoel dat onze waarde wordt gezien’

Gabriella vervolgt: ‘Er is inmiddels een werkgroep ervaringsdeskundigheid opgericht die bestaat uit leden van de centrale en decentrale cliëntenraden. Zij kijkt hoe UWV in brede zin meer gebruik kan maken van ervaringsdeskundigheid. Het afgelopen jaar heeft de werkgroep hierover een goed gesprek gevoerd met Nathalie van Berkel (lid van de Raad van Bestuur van UWV). Ook dan merk je dat onze input wordt gewaardeerd en we als een serieuze gesprekspartner worden gezien.’

Minimawerkgroep

Een ander mooi voorbeeld is de minimawerkgroep die eveneens bestaat uit leden van de decentrale en centrale cliëntenraden. De werkgroep geeft UWV advies over hoe ze mensen met een laag inkomen beter kunnen ondersteunen. ‘Ook op dit vlak zijn we bezig om met UWV stappen te zetten en heb ik echt het gevoel dat onze waarde wordt gezien’, vertelt Gabriella.

‘Er moet nog veel gebeuren voordat de gehele organisatie vanuit de menselijke maat gaat werken’

‘Bovendien’, vervolgt ze, ‘vind ik dit een fantastisch voorbeeld van een goede samenwerking tussen leden van de Centrale Cliëntenraad en die van de decentrale cliëntenraden.’ De Centrale Cliëntenraad adviseert UWV over beleid, de decentrale raden geven UWV advies over de uitvoering. In de werkgroepen komt dat volgens Gabriella heel mooi samen. ‘Neem de minimawerkgroep. De leden van de decentrale cliëntenraden brengen in deze werkgroep zoveel praktische ervaring met zich mee. Die hebben ze opgedaan door hun sociale raadswerk, vrijwilligerswerk of doordat ze zelf in de bijstand hebben gezeten. Dat maakt dat we tot goede bruikbare adviezen kunnen komen richting UWV.’

De intentie is er

Mooie ontwikkelingen, maar Gabriella is ook realistisch; zowel als het gaat om de samenwerking met UWV als om de samenwerking tussen de raden. ‘De stap naar de menselijke maat vanuit UWV is mooi en ik ben heel blij dat UWV ons steeds beter weet te vinden. Kortom, de intentie is er, maar we zijn er nog niet. Er moet nog veel gebeuren voordat de gehele organisatie vanuit de menselijke maat gaat werken.’

Intentie ziet ze ook bij de leden van de Centrale Cliëntenraad als het om het samenwerken met decentrale raden gaat. ‘De leden willen graag de decentrale raden laten weten waar we als Centrale Cliëntenraad mee bezig zijn. Helaas komt die informatie niet altijd goed aan.’ Wat daarin helpend kan zijn? ‘Ik geloof heel erg in persoonlijk en direct contact, bijvoorbeeld door even te bellen. En de decentrale cliëntenraden kunnen zichzelf ook informeren door onze verslagen te lezen op de website. Dan krijg je een goed beeld van de zaken die er spelen.’

Nederland Clientenraad UWV Nederland Gabriella Choma (Centrale Cliëntenraad)